In een arrest dat ik ontving op 23 juni 2021 en dat inmiddels ook is gepubliceerd, heeft het hof besloten om nieuwe prejudiciële vragen te stellen over de verhuiskostenvergoeding. Het hof is van plan om een aantal vragen te stellen aan de Hoge Raad, om er achter te komen wanneer sprake is van een verhuizing in de zin van de verhuiskostenvergoeding zoals bedoeld in artikel 7:220 lid 5 BW.
In 2016 beantwoordde de Hoge Raad al prejudiciële vragen over de verhuiskostenvergoeding. Daarbij wordt bijvoorbeeld duidelijk dat de verhuiskostenvergoeding van artikel 7:220 lid 5 BW alleen verschuldigd kan zijn als renovatiewerkzaamheden – op zichzelf beschouwd en dus ongeacht eventuele andere werkzaamheden – het noodzakelijk maken dat de huurder verhuist. Ook werden definities gegeven van renovatie en dringende werkzaamheden en werd bepaald dat de regeling van de verhuiskostenvergoeding van (semi)dwingend recht is, waardoor je daar niet (ten nadele van de huurder) van kan afwijken.
Nadien is nog regelmatig geprocedeerd over de verhuiskostenvergoeding. Vaak spitsten de discussies in deze procedures zich toe op de vraag of een tijdelijk verblijf van een huurder in een ingerichte logeerwoning een verhuizing is in de zin van de verhuiskostenvergoeding. Als dat niet het geval is, dan kan geen aanspraak worden gemaakt op de verhuiskostenvergoeding. Regelmatig oordeelden kantonrechters, maar ook het gerechtshof Den Haag en (later ook) het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inderdaad dat een dergelijk verblijf geen verhuizing in de zin van artikel 7:220 lid 5 BW is en dat daarom geen aanspraak kon worden gemaakt op de verhuiskostenvergoeding.
Over wat dan wel precies onder een verhuizing moet worden verstaan, heeft de Hoge Raad zich nog niet (kunnen) uit(ge)laten. Om daar (definitieve) duidelijkheid over te verkrijgen, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het hiervoor aangehaalde arrest het voornemen opgevat om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Het hof heeft in dat verband de volgende vragen geformuleerd:
Nadat partijen hier nog op hebben mogen reageren, zullen de vragen naar verwachting aan de Hoge Raad worden gesteld. De beantwoording van deze vragen zou veel duidelijkheid kunnen geven over de verhuiskostenvergoeding.
Heb je vragen over de verhuiskostenvergoeding of renovatie voordat (of nadat) deze vragen zijn beantwoord, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen.