De politie heeft in april besloten – onder druk van de Autoriteit Persoonsgegevens – om geen informatie meer te verstrekken op basis van ‘stoplichtconvenanten’. De enige mogelijkheid voor selectieve woningtoewijzing is nu nog de Rotterdamwet.
Een ‘stoplichtconvenant’ is een afspraak tussen gemeenten, woningcorporaties en politie over informatieverstrekking bij het toewijzen en verhuren van woningen. De gemeente of de verhuurder kan de politie vragen om advies te geven of een bepaalde woningzoekende wel of niet moet worden geaccepteerd als huurder in een buurt met overlastproblematiek. De politie mag dan alleen ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden, zonder verdere details. Dus: groen of rood. Dit is een niet-bindend advies, maar het wordt meestal wel gevolgd.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in februari 2017 de korpschef van de Nationale Politie aangeschreven naar aanleiding van klachten over informatieverstrekking door de politie aan derden. Onder die derden waren niet alleen gemeenten en woningcorporaties, maar bijvoorbeeld ook autoverhuurbedrijven. Ook zij konden op basis van een stoplichtconvenant de politie om advies vragen over potentiële huurders.
De korpschef heeft de uitvoeringspraktijk laten onderzoeken. Zijn conclusie: die praktijk is in strijd met de privacywetgeving en er is geen rechtsgrond voor. Daarom heeft hij aan de politie laten weten dat de informatieverstrekking per direct moet stoppen – of er nu een convenant gesloten is of niet. Ook gaf de korpschef aan dat voor elk initiatief tot gegevensverstrekking (al of niet op basis van een convenant) vooraf advies moet worden gevraagd bij de privacyfunctionarissen van de betreffende politie-eenheid. Zodat zij deze initiatieven kunnen toetsen aan de regelgeving.
Dit wegvallen van de informatieverstrekking is een tegenvaller voor gemeenten en corporaties die te kampen hebben met woonoverlast of criminele activiteiten in bepaalde straten of wijken. Maar er ligt nog een andere weg open voor selectieve woningtoewijzing op basis van politiegegevens. Namelijk: de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (beter bekend als de Rotterdamwet).
Een gemeente moet zich aanmelden bij de minister om te vragen of deze wet van toepassing mag zijn in die gemeente (of in een wijk of straat). Zo ja, dan kan er selectieve woningtoewijzing plaatsvinden om overlast en crimineel gedrag te beperken. Gemeenten kunnen dan kiezen voor het eisen van een Verklaring Omtrent het Gedrag, of voor informatieverstrekking door de politie. De Rotterdamwet stelt wel beperkingen aan deze gegevensverstrekking om de privacy van betrokkenen te beschermen.
Vermoedelijk heeft dit besluit ook invloed op andere convenanten op grond waarvan de politie informatie verstrekt aan derden. Denk aan ‘hennepconvenanten’. De politie licht daarbij woningcorporaties in als ze een hennepkwekerij of -knipperij aantreft in een huurwoning. Daardoor staat de verhuurder sterker in een procedure tegen de huurder. Ook geeft de politie informatie aan verhuurders als huurders overlast veroorzaken in de woonomgeving. Het is de vraag of er voor zulke informatieverstrekking wel een rechtsgrond is. Belangrijk verschil met de stoplichtconvenanten is dat de informatie over hennepkweek en overlast te maken heeft met een procedure bij de rechter.
In een kort geding heeft de kantonrechter in Limburg in 2015 zelf informatie aan de politie gevraagd (klik hier voor de uitspraak). De rechter deed daarbij een beroep op enkele specifieke wetsbepalingen. Dat is echter een uitzondering.