Geen verhuiskostenvergoeding bij renovatie voor verblijf in een logeerwoning
Marcel (M.P.H.) van Wezel
Veel vastgoedeigenaren en woningcorporaties zijn bezig met gecombineerde renovatie- en groot onderhoud projecten in woongebouwen. De huurders kunnen volgens een arrest van de Hoge Raad aanspraak maken op een verhuis- en inrichtingskostenvergoeding, als zij vanwege de renovatie moeten verhuizen.
In de praktijk maken verhuurders vaak gebruik van logeer- of wisselwoningen, die volledig zijn ingericht en waar een huurder dus zonder feitelijke verplaatsing van de inboedel, gedurende een aantal weken kan verblijven. Totdat de werkzaamheden zijn afgerond. Daardoor ondervindt de huurder gedurende de renovatie zo weinig mogelijk hinder.
Nu doet zich de vraag voor, of bij zo’n verblijf in een ingerichte woning, de verhuurder ook de verhuis- en inrichtingskostenvergoeding verschuldigd is.
De afgelopen periode is in 3 verschillende procedures bij de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland geoordeeld, dat zo’n verblijf in een tijdelijke, ingerichte woning, geen verhuizing is. De huurder verhuist immers de inboedel niet, en hoeft de tijdelijke woning ook niet in te richten. De verhuurder behoeft in dat geval de vergoeding dus niet te betalen! De uitspraken vindt u hier.
Dit is goed nieuws voor de verhuurders, die achteraf met hoge extra kosten worden geconfronteerd terwijl zij ook al extra kosten hebben gemaakt om aan de huurders ingerichte tijdelijke woningen beschikbaar te stellen.
Marcel (M.P.H.) van Wezel
