Bij ernstige woonoverlast geven rechters vaak de voorkeur aan een gedragsaanwijzing boven een ontruiming. Logisch, want een ontruiming is een ingrijpend, uiterst middel. Vanuit de landelijke politiek klinkt nu de roep om ook gemeenten gedragsaanwijzingen te kunnen laten geven en handhaven.
Het spreekt voor zich dat het de voorkeur verdient om een overlastprobleem bij de wortel aan te pakken en de oorzaak van de overlast te bestrijden. In verband met de toenemende overlastproblematiek wordt er al vele jaren gezocht naar andere instrumenten dan een ontruiming.
Mr. dr. Michel Vols promoveerde in 2013 op zijn onderzoek naar ‘Woonoverlast en het recht op privéleven. De aanpak van overlastveroorzakers in Nederland, Engeland, Wales en Belgie.’ Hij heeft –naar Engels voorbeeld- voorgesteld om in bepaalde gevallen te kiezen voor een gerichte gedragsaanwijzing in plaats van een ontruiming. Een gedragsaanwijzing heeft volgens hem een aantal belangrijke voordelen:
Met een gedragsaanwijzing kan een rechter maatwerk leveren. De aanwijzing is er uiteraard op gericht om het gedrag van de overlastveroorzaker zodanig bij te sturen dat een einde komt aan de overlast. Dit betekent dat de aanwijzing kan inhouden dat de overlastveroorzaker bepaalde dingen moet doen (het muilkorven van een hond, het isoleren van zijn woning) of bepaalde dingen moet laten (het produceren van harde muziek, het ontvangen van bepaalde bezoekers). De gedragsaanwijzing kan dus een gebod of een verbod inhouden.
Dit heeft natuurlijk alleen zin, wanneer zo’n verbod of gebod ook kan worden gehandhaafd. Houdt de overlastveroorzaker zich niet aan de gedragsaanwijzing dan moet dat consequenties hebben. Daarbij kan worden gedacht aan het op kosten van de overlastveroorzaker verrichten van de handelingen die waren voorgeschreven (muilkorven of isoleren) of het opleggen van een zodanige voorwaarde, dat dit een voldoende prikkel vormt voor de overlastveroorzaker om het gebod of verbod na te leven.
Een gedragsaanwijzing is een maatregel die ingrijpt in de vrijheid van een burger. Vandaar dat niet iedereen (zoals een willekeurige verhuurder) een afdwingbare gedragsaanwijzing kan opleggen. Daar zal wel een rechter aan te pas moeten komen. Het is ook van belang dat de overlastveroorzaker de mogelijkheid heeft om zich te verzetten tegen de gedragsaanwijzing en deze kan laten toetsen door een rechter.
Als het aan VVD-kamerlid Dijkhoff ligt, krijgen gemeenten op korte termijn extra bevoegdheden om gedragsaanwijzingen te geven en te handhaven. Onlangs diende hij een initiatiefwetsvoorstel in dat gemeenten de mogelijkheid biedt om aanwijzingen te geven aan overlastveroorzakers in de vorm van een zogenaamde ‘last onder bestuursdwang’. Dat wil zeggen dat aan de overlastveroorzaker een bepaald gebod of verbod wordt opgelegd. Er zal een termijn worden genoemd waarbinnen aan de last zal moeten worden voldaan, de zogenaamde ‘begunstigingstermijn’.
Als het initiatief van de VVD doorgaat, zal de Gemeentewet een extra artikel krijgen (artikel 151d). Dit artikel zal als basis dienen voor deze last onder bestuursdwang.
In het eerste deel van die bepaling wordt vastgelegd dat een ieder die een woning of het bij die woning behorende erf gebruikt (huurders maar ook eigenaren of feitelijke gebruikers) ervoor moet zorgen dat er geen bedreiging van de leefbaarheid of gevaar voor de gezondheid of veiligheid voor omwonenden ontstaat of voortduurt. Met andere woorden, elke gebruiker van een woning heeft een zorgplicht voor de woonomgeving.
In het tweede deel van de bepaling wordt opgenomen dat de gemeenteraad een verordening kan vaststellen, waarin ze de burgemeester de bevoegdheid verleent om een last onder bestuursdwang op te leggen, indien de gebruiker niet voldoet aan zijn zorgplicht. Die bestuursdwang zal vaak in eerste instantie bestaan uit het opleggen van een last onder dwangsom. Wanneer niet (tijdig) aan de last wordt voldaan, verbeurt de overtreder een dwangsom.
Dat is echter niet altijd effectief. Sommige overlastveroorzakers zullen zich niets aantrekken van een dwangsom. In dergelijke gevallen kan de gemeente besluiten tot feitelijke bestuursdwang op kosten van de overlastveroorzaker. De gevaarlijke hond wordt gemuilkorfd of de woning van de herrieschopper wordt geïsoleerd op kosten van de overtreder. Als blijkt dat niets helpt, blijft het uiteraard ook mogelijk om uiteindelijk een ontruiming te vorderen.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in een brief van 23 april 2014 laten weten dat uit onderzoek blijkt, dat gemeenten inderdaad behoefte hebben aan extra middelen om woonoverlast effectief aan te pakken. De VNG onderschrijft dan ook het initiatief van Dijkhoff. Wel heeft de VNG enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van het wetsvoorstel. Zo wijst de VNG op het feit dat duidelijk moet zijn dat ook ernstige geluidsoverlast, intimidatie en bedreiging binnen de reikwijdte van het artikel vallen. Ook wijst de VNG op het feit dat bij de handhaving de politie moet kunnen worden ingezet, omdat er zich vaak gevaarlijke situaties kunnen voordoen.
Ook om die reden is het een voordeel dat gemeenten het voortouw kunnen nemen en de omwonenden buiten schot kunnen blijven. Tenslotte vraagt de VNG aandacht voor ‘psychisch kwetsbaren’. Indien de overlastveroorzaker tot die categorie behoort, dan is er extra reden om aandacht te schenken aan het bestrijden van de achterliggende problematiek.
De gedragsaanwijzing kan een welkome aanvulling zijn op de middelen die al bestaan om woonoverlast aan te pakken. Het spreekwoord zegt al dat ‘voorkomen beter is dan genezen’. Indien er al sprake is van ernstige woonoverlast, dan is voorkomen niet meer aan de orde, maar genezen is dan nog altijd beter dan ontruimen. Dit betekent niet dat ontruimingen tot het verleden zullen gaan behoren, want er zijn helaas altijd overlastveroorzakers die hoe dan ook niet bereid zijn om zich behoorlijk te gedragen en wier gedrag niet valt bij te sturen.