Een belangrijke uitspraak van het Hof Den Haag: een gedetacheerde ICT’er mag boeteloos bij zijn inlener in dienst treden. Daarmee werd het concurrentie- en relatiebeding in diens contract nietig verklaard.
Het gaat om een hoogopgeleide ICT-medewerker die voor onbepaalde tijd in dienst was van een ICT-bedrijf, dat medewerkers detacheert. Deze werknemer werd via een ander bedrijf gedetacheerd bij een opdrachtgever. Op 31 december 2014 zegde de werknemer zijn arbeidsovereenkomst op en trad hij in dienst van die opdrachtgever.
In de arbeidsovereenkomst was een concurrentiebeding en een relatiebeding opgenomen met daarin een boete.
De werkgever stelt dat de medewerker zijn concurrentiebeding en relatiebeding heeft overtreden. Hij daagt de ICT’er voor de rechter en vordert hoge boetes. De werknemer verweert zich.
Het Hof moet dus beoordelen of de werknemer ter beschikking is gesteld aan zijn inlener. De Waadi definieert het ter beschikking stellen van arbeidskrachten als:
Het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid.
De werkgever stelt dat de werknemer niet onder toezicht en leiding stond van de inlener, maar van hem. Vervolgens stelt de werkgever dat de Waadi alleen toepasselijk is op ‘arbeidskrachten’ die geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met hun werkgever hebben. Hij zegt dat de Waadi juist is bedoeld om ervoor te zorgen dat je niet van een ‘vast’ dienstverband afgehouden wordt. Als je al een vast contract hebt, krijg je de bescherming van de Waadi dus niet, redeneert de werkgever.
Het Hof gelooft niet dat de werknemer onder toezicht en leiding van de werkgever stond, want er was geen inhoudelijke begeleiding. Werknemer en werkgever hadden tijdens de opdracht geen contact over de inhoud van het werk, maar alleen over administratieve zaken als verlofopname, vervanging tijdens verlof en praktische ondersteuning. Ook neemt het Hof niet aan dat de Waadi alleen toepasselijk is op arbeidskrachten zonder vast dienstverband. Volgens de Europese richtlijn waarop de Waadi is gebaseerd, is er geen verschil tussen werknemers met een vast en tijdelijk contract.
In het kortgeding oordeelt het Hof dan ook dat concurrentiebeding en relatiebeding (hoogstwaarschijnlijk) nietig zijn. De werknemer hoeft geen boete te betalen. Ik ben benieuwd of de werkgever zich bij de uitspraak neerlegt, of dat hij de stap naar de Hoge Raad gaat zetten. Gezien de grote belangen kan ik mij voorstellen dat dat laatste het geval is. Temeer omdat de kantonrechter in Utrecht een vergelijkbare uitspraak deed, kort voordat het Hof dat deed.
De uitspraak is slecht nieuws voor bedrijven die personeel detacheren naar derden. Zij lopen het risico dat ze door hen gedetacheerde krachten niet kunnen verbieden om naar de inlener over te stappen. Dat kan behoorlijk aan het verdienmodel gaan knagen.
Wel moet in zulke gevallen vaststaan dat de werknemer zijn werkzaamheden verricht onder toezicht en leiding van de inlener en niet van de werkgever.
Beroept uw werknemer zich ook op de Waadi en wil hij onder zijn concurrentiebeding of relatiebeding uit? Of bent u gedetacheerd en krijgt u een aanbod van de inlener? Neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.