De consumentenprijsindex (CPI) is op een aantal punten veranderd. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek in zijn recente paper De consumentenprijsindex vanaf 2016; methodologisch rapport. Vooral de verschuiving van het CPI-referentiejaar is belangrijk voor de praktijk.
In nagenoeg alle huurovereenkomsten van kantoor- en winkelruimte staat dat eventuele huurprijswijzigingen plaatsvinden op basis van de CPI-reeks ‘Alle huishoudens’. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wil voor die CPI graag aansluiten bij internationale definities. Ook wil het CBS rekening houden met wijzigingen in de Europese geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Om deze twee redenen heeft het de CPI aangepast.
De belangrijkste aanpassing in de CBS-paper uit februari 2016 is de verschuiving van het referentiejaar van de CPI; van ‘2006 = 100’ naar ‘2015 = 100’. Er is daardoor een nieuwe CPI-reeks.
De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) heeft o.a. huurovereenkomstmodellen voor kantoor- en winkelruimte. In de algemene bepalingen van de meest recente ROZ-modellen voor kantoorruimte en winkelruimte is expliciet het CPI-referentiejaar ‘2006 = 100’ vermeld. Ter voorkoming van problemen bij verschuiving van bijvoorbeeld het referentiejaar is in de algemene bepaling een speciale bepaling opgenomen. Op grond van die bepaling wordt er een indexcijfer gehanteerd dat vergelijkbaar is met de laatst gepubliceerde CPI of daar zoveel mogelijk aan is aangepast.
Detailhandel Nederland kwam in 2010 met een modelhuurovereenkomst voor winkelruimte. En de Rijksgebouwendienst lanceerde in 2003 een model voor het verhuren van kantoorruimte. In deze modellen is geen referentiejaar genoemd. Maar ook hier geldt dat toekomstige huurprijswijzigingen plaatsvinden op basis van het CPI-referentiejaar ‘2015 = 100’. Dit komt door de bepaling dat huurprijswijzigingen plaatsvinden op basis van de meest recente CPI-reeks.
Bij aanpassing van contracten over perioden die eindigen in het jaar 2015 of eerder adviseert het CBS om gebruik te maken van de CPI-reeks ‘2006 = 100’. Voorbeelden:
– Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen
. oktober 2014 en oktober 2015. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2006 = 100.
– Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen het jaar
. 2014 en 2015. U gebruikt uitkomsten uit de reek 2006 = 100.
Bij aanpassing van contracten over perioden die eindigen in januari 2016 of later adviseert het CBS om gebruik te maken van de CPI-reeks ‘2015 = 100’. Voorbeelden:
– Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen mei
. 2015 en mei 2016. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2015 = 100.
– Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen mei
. 2013 en mei 2016. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2015 = 100.
Volgens het CBS is de tijd nog niet rijp om bij huurprijswijzigingen gebruik te maken van de HICP, de Europese geharmoniseerde consumentenprijsindex. Als in de regelgeving of contracten is vastgelegd dat consumentenprijsindexering plaatsvindt, adviseert het CBS dus om gebruik te maken van de CPI-reeks en niet van de HICP-reeks. Deze HICP-reeks hoeft alleen maar gebruikt te worden als dit een expliciete voorwaarde is in de regelgeving of contracten.