De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op vragen die aan hem waren gesteld over of een energielabel beschikbaar moest zijn bij het aangaan van de huur, of dat die ook later mag zijn vastgesteld. Dit is van belang voor als de huurder de (aanvangs)huurprijs wil laten toetsen en de energieprestatie niet wil laten baseren op het bouwjaar, in verband met het woningwaarderingsstelsel (WWS). Het energielabel kan daarop van grote invloed zijn.
De vragen van de kantonrechter Den Haag aan de Hoge Raad, waren in het kort de volgende:
De Hoge Raad begint zijn beantwoording met de vaststelling dat in het WWS geen onderscheid wordt gemaakt tussen situaties waarin het energielabel wel en waarin het energielabel niet is verstrekt aan de huurder voor of bij aanvang van de huurovereenkomst.
Het antwoord op vraag 1 is daarom: nee. Voor de toetsing van de aanvangshuurprijs is niet van belang dat het energielabel voor of bij aanvang van de huurovereenkomst is overhandigd aan de huurder.
Met betrekking tot de daarop volgende vragen 2 tot en met 4 overweegt de Hoge Raad dat het vooral gaat om de waardering van de feitelijke toestand van de woning. De Hoge raad concludeert dat het energielabel bij de waardering van de woonruimte en toetsing van de aanvangshuurprijs moet worden meegenomen, ook als het is opgenomen en geregistreerd na aanvang van de huurovereenkomst. De datum van opname is daarbij niet relevant. Wel zal bij opname na aanvang van de huurovereenkomst moeten worden beoordeeld in hoeverre de feitelijke toestand bij aanvang van de huur gelijk is aan die van het moment van opname.
Als antwoord op vraag 5 concludeert de Hoge Raad praktisch dat het energielabel beschikbaar moet zijn op een zodanig moment, dat daar bij de toetsing rekening mee kan worden gehouden door de huurcommissie of de kantonrechter.
Op vraag 6 heeft de Hoge Raad geen antwoord gegeven, omdat deze situaties niet speelden in de procedure waarin de vragen zijn gesteld. Een antwoord op de vraag is dus niet nodig.
Als een huurder de aanvangshuurprijs wil laten toetsen en de verhuurder wil dat daarin het energielabel van de woning wordt meegenomen (en niet het bouwjaar), dan is niet steeds noodzakelijk dat het energielabel voor of bij aanvang van de huurovereenkomst is opgenomen, geregistreerd of overhandigd aan de huurder. Van belang is dat het energielabel zodanig op tijd beschikbaar is, dat het door ofwel de huurcommissie ofwel de kantonrechter in zijn beoordeling kan worden meegenomen.
Heeft u nog vragen over energielabels, de toetsing van de aanvangshuurprijs of deze beantwoording van vragen door de Hoge Raad? Neemt u gerust contact op.